De wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen biedt bepaalde (hieronder genoemde) overheden de mogelijkheid om, als zij dat nodig achten, een veiligheidsmachtiging te eisen voor personen die toegang moeten verkrijgen tot plaatsen waar zich geclassificeerde documenten bevinden, zelfs als ze geen kennis moeten nemen van die informatie. Het kan bijvoorbeeld gaan om een bezoeker of een schoonmaakploeg. De procedure voor het verlenen van een veiligheidsmachtiging is echter zeer tijdrovend. Daarom heeft de wetgever voorzien in de vereenvoudigde procedure van veiligheidsattesten: dezelfde overheden kunnen dus een veiligheidsattest eisen voor toegang tot hun lokalen.
De overheden die bevoegd zijn om een veiligheidsattest te eisen zijn: de permanente leden van het Coördinatiecomité voor inlichting en veiligheid; de chef van de Generale Staf van de Krijgsmacht, de officieren die hij daartoe machtigt en de Defensie-attachés; de leden van de ADIV die de chef van de ADIV daartoe machtigt; de leden van de Veiligheid van de Staat die de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat daartoe machtigt; de directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle; de secretaris van de Ministerraad; de secretaris van de Nationale Veiligheidsraad; de voorzitter van de Nationale Veiligheidsoverheid; de hoofden van diplomatieke zending of consulaire post; de secretaris-generaal van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking; de leidende ambtenaren aangeduid door de Nationale Veiligheidsraad.
Vanwege het doel van het attest (d.w.z. toegang tot een lokaal voor een korte periode) is het attest in principe slechts voor een beperkte periode geldig. In het geval van een nieuw bezoek aan de plaats kan de overheid een nieuwe verificatie (laten) uitvoeren. Dat is echter niet verplicht. De verantwoordelijke van de plaats neemt de beslissing volledig onafhankelijk.
Indien het veiligheidsattest wordt geweigerd of ingetrokken, kan de betrokkene een beroep instellen bij het beroepsorgaan.