In de eerste plaats kan het beroepsorgaan initiatieven nemen, met name in de vorm van voorbereidende beslissingen. Indien het beroepsorgaan dit nodig acht, kan het de leden van de inlichtingendienst die het onderzoek hebben uitgevoerd horen of om aanvullende informatie vragen. Het kan ook beslissen dat bepaalde gegevens niet geraadpleegd mogen worden door de eiser en zijn advocaat [Link].

In wezen kan het beroepsorgaan beslissen dat:

–het beroep niet-ontvankelijk is (bijvoorbeeld omdat het te laat is ingediend);

–het beroep zonder voorwerp is (bijvoorbeeld omdat de veiligheidsmachtiging intussen werd toegekend);

–het beroep ongegrond is omdat de beslissing wettelijk tot stand is gekomen en de aangehaalde motieven de weigeringsbeslissing of de intrekkingsbeslissing op geldige wijze rechtvaardigen;

–de machtiging moet worden toegekend;

–de veiligheidsoverheid een aanvullend onderzoek moet voeren (naar bepaalde aspecten) en binnen een welbepaalde termijn een nieuwe beslissing moet nemen;

–de inlichtingendienst en/of de veiligheidsoverheid die het dossier niet binnen de wettelijke termijn hebben afgesloten een bijkomende termijn krijgen.

In de laatste twee gevallen kan de betrokkene zich opnieuw tot het beroepsorgaan wenden als de machtiging nog steeds wordt geweigerd of als de opgelegde termijn niet wordt nageleefd.

De beslissingen van het beroepsorgaan worden met redenen omkleed. Tegen die beslissingen is geen beroep mogelijk.

Beroepsorgaan  |  Leuvenseweg 48 / 5  |  1000 Brussel  |  info@beroepsorgaan.be  |  T : +32 (0)2 286 29 11  |   F : +32 (0)2 286 29 99 |  Sitemap